GKB week 39-2019

Nachtwacht en Bijbel
Jan L. de Jong. 

In het Rijksmuseum in Amsterdam wordt een groot project uitgevoerd, dat ter plaatse en via sociale media rechtstreeks is te volgen: de restauratie van Rembrandts beroemde Nachtwacht. Men probeert het schilderij in de oorspronkelijke luister te herstellen maar stuit daarbij op verschillende problemen en vragen. Om te beginnen zijn er aan de zijkanten van het schilderij ooit een paar stukken afgesneden. Die stukken zijn verloren gegaan, waardoor het schilderij nooit meer in zijn oorspronkelijke staat kan worden hersteld. Evenmin valt ongedaan te maken dat de verf in de loop der eeuwen is verkleurd. Bovendien is het schilderij een paar keer ernstig beschadigd. Moeten de sporen daarvan worden weggewerkt, of moeten die als een soort litteken zichtbaar blijven, omdat ze horen bij de geschiedenis van het schilderij? Maar zelfs als het schilderij in de oorspronkelijke vorm kan worden hersteld, dan nog zouden wij het niet zien zoals men het zag in 1645. Het schilderij hangt immers niet meer op dezelfde plaats en we zien het nu letterlijk in een ander licht, nl. elektrisch licht in plaats van dag- of kaarslicht.

Wat voor de Nachtwachtgeldt, geldt ook voor de Bijbel. In de loop der eeuwen heeft het boek onherstelbare beschadigingen opgelopen. Sommige tekstgedeeltes zijn in de periode vóór de boekdrukkunst verkeerd overgeschreven en daardoor nauwelijks meer begrijpbaar. Andere gedeeltes zijn verloren gegaan. Kort geleden is een gedeelte van het boek Jesajateruggevonden, maar nu is de vraag: hoe en op welke plaats past dit gedeelte in het boek? Moeten we de teruggevonden stukken nu invoegen of het boek onvolledig laten, als een litteken van zijn geschiedenis? Wat betekent het dat we eeuwen lang het boek Jesajain onvolledige vorm hebben gelezen? En zelfs als we de Bijbel in de oorspronkelijke vorm zouden kunnen herstellen, is de vraag: kunnen wij, na twee duizend jaar of langer, de Bijbel nog wel lezen en begrijpen zoals de mensen uit de tijd waarin de Bijbel werd geschreven? Lezen wij de Bijbel nu niet in een heel ander licht, net zo als wij de Nachtwacht nu zien in een heel ander licht? 

Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Doordat wij in andere omstandigheden leven, met andere kennis en andere gewoontes, lezen wij de Bijbel en zien wij de Nachtwachtop een andere manier dan mensen uit de tijd waarin de Nachtwachtwerd geschilderd en de diverse boeken van de Bijbel werden geschreven. Is dat een probleem of tekortkoming? Kunnen we daardoor de Bijbel niet meer begrijpen? 

Het besef dat de Bijbel een geschiedenis heeft en met ‘littekens’ aan ons is overgeleverd, moet ons er allereerst voor behoeden dat we met grote stelligheid beweren dat ‘zus of zo’ letterlijk in de Bijbel staat. Misschien hebben de woorden ‘zus en zo’ wel een geschiedenis of zijn ze nooit precies op die manier opgeschreven. Daarom is het goed dat predikanten worden opgeleid met verstand van de taal van de Bijbel en kennis van de totstandkoming en overlevering ervan, zodat zij niet – zoals sommige Evangelische geloofsverkondigers – met Bijbelteksten strooien zonder degelijke achtergrondkennis. Verder is het belangrijk te beseffen dat we niet kunnen verwachten dat de Bijbel kant-en-klare antwoorden en oplossingen biedt voor vragen en problemen die vroeger niet bestonden. Een ondubbelzinnige mening over bijvoorbeeld euthanasie valt in de Bijbel niet te vinden, omdat men in Bijbelse tijden de kennis niet had om zwakke of oude mensen langdurig in leven te houden. De vraag naar actieve, ‘humane’ levensbeëindiging bestond simpelweg niet.   

 

Maakt dat de Bijbel een ouderwets boek waar we weinig meer aan hebben? Allerminst! Net zo goed als de Nachtwachtnog steeds bewonderaars trekt (nu zelfs meer dan ooit tevoren) en nog altijd een bron van inspiratie voor moderne kunstenaars is, biedt de Bijbel veel wijze woorden en kostbare gedachten over zaken waarop we het zicht zijn kwijtgeraakt in de kippendrift van het huidige, ‘moderne’ bestaan. De Bijbel leert ons over leven metelkaar in plaats van langs elkaar heen. Want ook al weten we wel heel veel van elkaar dankzij onze moderne communicatiemiddelen, we kennen elkaar nauwelijks. Waar in de maatschappij van nu alles erop is gericht om een rijkermens te worden, leert de Bijbel ons hoe we een betermens kunnen worden. En waar we tegenwoordig proberen zo veel mogelijk te doen in zo weinig mogelijk tijd en we onszelf voorbij rennen op jacht naar succes, leert de Bijbel ons dat het de mens weinig baat als hij (of zij) de wereld wint maar schade lijdt aan zijn ziel. 

De Bijbel is letterlijk niet van onze tijd: de tekst is lang geleden tot stand gekomen in een wereld die er heel anders uitzag. Maar dat maakt niet dat we de Bijbel terzijde kunnen schuiven omdat die voor hedendaagse mensen niets meer betekent, net zo min als we de Nachtwachtvoorgoed in het depot van Rijksmuseum hangen omdat er mensen in ouderwetse kleren op staan. Juist omdat de Nachtwachten de Bijbel uit een andere tijd en cultuur stammen, kunnen zij ons een andere kijk op het leven bieden en onze ogen openen voor zaken waar we nu een blinde vlek voor hebben. 

Jan L. de Jong (Groningen) is kunsthistoricus; hij is lid van het redactieteam