GKW week 51-2019

OUDERWETSE KERST

Jan L. de Jong

Een baby in een houtje-touwtje wieg, een moeder die geknield haar kindje bewondert, zoet zingende engeltjes in de lucht – is Kerstmis op deze manier niet een oudbakken en wat suffig feest? Is Kerst niet veel flitsender met bruisende glazen prosecco, glitterende avondkleding en een hoge stapel elektronische kado’s van de webshop? Is Kerstmis tegenwoordig niet veeleer het belangrijkste moment van het jaar voor de middenstand en de bloei van de economie, dan een moment waar je tijd neemt voor bezinning op de vraag wie je medemensen zijn, in welke omstandigheden zij verkeren, en of er meer is in het leven dan alleen de opgaaf dat we de economie eeuwig laten groeien en uitbreiden?


De twee illustraties bij dit artikel roepen op het eerste gezicht het gevoel op van een ouderwetse Kerstmis, met een jonge, lieflijke moeder Maria, mooie engelen, een vriendelijk Christus-kindje, en God de vader als een goedige opa met een lange baard en een kroon op zijn hoofd. Maar voor de mensen die leefden toen deze kunstwerken werden gemaakt, omstreeks 1475, zagen ze er heel modern en daardoor misschien wel minder aantrekkelijk uit. De lijst rondom de voorstellingen bestaat uit architectuur die omstreeks 1475 nieuwerwets en ongewoon was. Ook de ‘levensechtheid’ van de afgebeelde figuren was ongebruikelijk. Daardoor leek het plotseling alsof Maria iemand uit je eigen belevingswereld is die heel dichtbij je staat, en daardoor kun je je inleven in wat haar overkomt. De tekst onder de voorstellingen helpt daarbij. Onder de afbeelding waarin de engel aan Maria verschijnt, staan in het Latijn de woorden die Maria antwoordt als zij te horen krijgt dat zij de moeder van de Verlosser zal zijn: ‘Zie de dienstmaagd van de Heer. Mij geschiede naar uw woord.’ En onder de afbeelding waar Maria haar Kind vereert, staat: ‘Het woord is vlees geworden uit de Maagd Maria.’ Die woorden duiden niet alleen de voorstelling, maar zijn ook een aansporing. Ze verklaren dat Maria zich niet verzette toen zij hoorde dat zij een kind zou baren, maar dat zij zich voegde naar de wil van God. Met andere woorden: Maria is hier een voorbeeld van iemand die zich voegt naar de wil van God en het daardoor mogelijk maakt dat Gods woord ‘vlees’ wordt. Dat is een aansporing voor iedereen om te leven naar Gods wil en zo de vleeswording van diens woord mogelijk te maken.


Deze aansporing is ook het overdenken waard in de wereld van nu, die wordt beheerst door de wetten van altijd meer en altijd sneller. Maar in de voorstellingen is nóg iets wat mensen van heden kan aanspreken: de sfeer van rust en zuiverheid, of – in een wat ouderwets woord – sereniteit. De personages in de voorstellingen hebben aandacht voor elkaar en voor wat zij doen; zij laten zich niet opjagen of afleiden door andere zaken. De engelen kijken niet snel even op hun mobiele telefoon om te zien of er een instagram bericht is binnengekomen, ze maken geen selfie met de baby, en hebben geen instrumenten die jingelen of bliepen om de bijzonderheid van de gebeurtenis te onderstrepen. In de voorstellingen heersen de rust, aandacht en belangstelling voor elkaar, die in de jachtige wereld van nu zoek lijken geraakt.


De beide voorstellingen bevatten nóg een element dat voor hedendaagse mensen iets kan betekenen, ook al valt het op het eerste gezicht misschien niet zo op: de rol van de vrouw. In beide voorstellingen speelt zij een hoofdrol, want aan haar wordt als eerste bekend gemaakt dat de Verlosser zal worden geboren. Dank zij haar wordt het Woord ‘vlees’. Nadat eeuwen lang mannen de rol van predikant hebben vervuld, zien we (eindelijk) in de Protestantse kerken van onze tijd dat steeds vaker vrouwen het Woord tot leven (mogen) brengen, in de lijn van Maria in de beide afbeeldingen.
Hoewel beide afbeeldingen op het eerste gezicht misschien ouderwets en ‘niet meer van deze tijd’ lijken te zijn, blijken zij bij nadere beschouwing een boodschap te bevatten die voor mensen van nu van waarde is. Op een volgende pagina van deze Kerkbode beschrijft Davita van der Woude dat dat ook geldt voor een schilderij uit 1432. En het geldt zeker voor het Bijbelse Kerstverhaal zelf. Weliswaar lijkt Kerstmis nu één groot koop- en eetfestijn, waarbij het erom gaat dat we in vergelijking met een jaar tevoren nóg meer geld uitgeven en nóg meer voedsel innemen. Maar bij aandachtige lezing blijkt de tekst van het Kerstverhaal in de Bijbel een andere boodschap te verkondigen: een boodschap die zegt dat als we leven naar Gods wil, zijn Woord vlees zal worden, door en voor vrouwen evenzeer als door en voor mannen. En leven naar Gods wil betekent dat we niet alleen oog hebben voor ons eigen Kerstfeest, maar ook voor onze medemensen voor wie er in de herberg van de hedendaagse economie geen plaats lijkt te zijn.

Namens de redactie van de Groninger Kerkbode wens ik iedereen een goede en serene Kerst, met tijd en aandacht voor elkaar!